Umschrieving van hoo da’j oe veult
Hans Keuper, muzikant en schrijver, is aan de keukentafel amper anders dan op het podium met de Achterhoekse band Boh Foi Toch. Allerlei beeldende verhalen lopen ongemerkt in elkaar over. Hier en daar flink uitvergroot en alles in het Dinxpers. De rode draad in ons gesprek is de vraag hoe gevoel en emotie terugkomen in zijn thuistaal. ‘Wieleu praot neet aover geveul. Daorum bunt der waorschienlek niet völle weurde veur. t Is meer de umschrieving van hoo da’j oe veult dan de precieze weurde. Zacht, omfloerst.’
December 2023. Vrijdagmorgen net voor de lunch. De telefoon gaat. Ik neem op. ‘Met Keuper uut Dörrekum’, klinkt het aan de andere kant van de lijn. Ik val even stil. ‘Bun i-j van een Van Raaij uut de buurte van Wehl?’ Langzaam valt het kwartje. Ik heb Hans Keuper, schrijver, zanger en “trekzakspöller” bij Boh Foi Toch, aan de lijn. Hij belt over mijn mail met de vraag of we eens kunnen doorpraten over streektaal, specifiek over woorden voor gevoel en emotie. Terwijl Hans nieuwgierig doorvraagt op waar ik dan vandaan kom (Loenen) en direct mensen uit Klarenbeek (waar mijn vader geboren is) nadoet met hun specifieke klank, schakel ik als vanzelf over op het dialect.
Een dik half uur later, vooral gevuld met allerlei ideeën en anekdotes van Hans, onderbreekt zijn vrouw Rita het gesprek. ‘Kom eerst maor is op de koffie. Dan mot iele maor kiekn of da’j samen wat met dit onderwarp könt.’ Rita is niet voor niets al jarenlang manager.
Woordkunstenaar
Een paar weken later zit ik aan de keukentafel bij Hans en Rita. Hans praat honderduit. Amper tijd voor de late lunch die voor hem staat. Bij liefhebbers van het Nedersaksisch staat Hans bekend als streektaalkenner en verhalenverteller. ‘As ik mot samenvatten wat ik doe, dan is ‘t woordkunstenaar. Ik vind ‘t mooi um weurde te vinden dee niet völle gebruukt wordt, maar ook maak ik ni-je weurde. Vake deur bestaonde weurde an mekare te plakken.’ Dit is nu precies waarom ik graag met Hans hierover wil praten. De woordenschat in het Nedersaksisch lijkt namelijk karig als het gaat om emoties en gevoel, terwijl het helpend is om hier woorden aan te kunnen verbinden. Wat is zijn beeld hierbij? Wat is zijn eigen ervaring? Is schrijven en muziek maken een manier om emotie uit te drukken?
Scheiden van lichaam en geest
‘Wieleu praot neet aover geveul. Daurum bunt d’r waorschienlek neet völle weurde veur. ‘t Is meer de umschrieving van hoo da’j oe veult dan de precieze weurde. Zacht, omfloerst.’ Het is de reactie die ik vaker hoor. Gevoel en emotie zijn nooit onderwerp van gesprek geweest en daardoor ontbreekt het aan woorden. Dat we als mens hebben aangeleerd om lichaam en geest als twee aparte delen van onszelf te zien helpt daarbij niet, is Hans zijn overtuiging. ‘Mien opa schreef gedichten. Eén daorvan is een hele opsomming van lichamelijke klachten met as ende: en met mi-jzelf geet ‘t ok neet best.’
Hunkeren veur ‘t raam
Of schrijven voor Hans een manier is om bij zijn gevoel te komen? Het is even stil. Dan lacht hij en vertelt hoe hij in de jaren 60 in Utrecht studeerde en daar begon met schrijven. ‘Ik heb ‘n geweldege tied ehad daor met al dee protesten. Tegeliekertied veulen ik mi-j zo wied van miene eigen welt af. Soms ston ik veur ‘t raam van miene kamer te hunkeren en kwam der een vrachtwagen uut de Achterhoek veurbi-j. Dan kon’k allene maor denken: nem mi-j met. Ton bun’k begonnen met schrieven.’ Thuis, de vertrouwde omgeving van vroeger, dat maakt de thuistaal zo belangrijk. Die taal die je met je familie en directe omgeving sprak. ‘Met miene columns in ‘t Achterhoeks kom ik ‘t dichtste bi-j mien geveul. En ok bi-j ‘t geveul van anderen. Ik schreef een keer aover mien moder in ‘t bejaordenhuus. Daor he’k zo völle reacties op ehad.’
Wanneer we hier over doorpraten komen er al snel meer voorbeelden. Mensen die vragen of een tekst op een trouwkaart of rouwkaart mag. Zinnen die raken aan het gevoel van thuis of soms gewoonweg herinneren aan een mooie tijd. Muziek als manier om dicht bij iemand te zijn. Voor Hans zelf brengt de Mättheus Passion hem direct weer terug in de keuken van het ouderlijk huis. Zijn vader mocht als schoolmeester de radio van school meenemen in de weekenden. Zo ook in het paasweekend. ‘A’k de Mättheus Passion heure dan veul ik direct weer de warmte, de gezellegheid, de kötteregheid van thuus. Alles kan ik mi-j weer inbeelden töt an de lange onderboksen met de pisvlekken der in bi-j de kachel. As ik de Passion heur as der anderen bi-j bunt, dan hol ik mi-j groot as ne echten kaerl. Maor a’k alleneg bun, dan huul ik emmers vol träöne.’
Vrolijk van muziek
De concerten van Boh Foi Toch laten je daarentegen hooguit huilen van het lachen. In hun nummers hoor je texmex, cajun, polka, country en walsen terug. Vlot gespeeld en uitnodigend om te springen, dansen en rond te zwieren. De band wil het publiek trakteren op een mooi, gezellig concert. “Achter de Vennebulten”, is het enige rustige lied dat de band wil spelen volgens Hans. “Dat nummer kan nog net. Alleneg umdat ‘t publiek daor zovölle in heurt van waor ze weg komt. Wieter mot ‘t veural vlot en vrolek waezen. As ik aover miene kleinkinder schrief, dan is ‘t anders. Dan schrief ik van die zeute liedjes. As ik over eur schrief, dan kan’k van ene zin die niet ens perfect is, helemaol volscheten.’
Boh Foi Toch brengt vrolijkheid en feest. Toch zit er in hun nummers van de band soms meer verstopt achter de vrolijke, zwierende feestmuziek. Zoals bij “Beernd van Kuuperi-j”, een nummer dat grappig lijkt vanwege de boerenzoon die op zoek is naar een vrouw, maar tegelijk gaat over de eenzaamheid van diezelfde boer. En is “Veutjen veur veutjen” alleen een nummer om lekker hard op de houten vloerplanken te springen en dansen of gaat dit ook over hoe belangrijk het is dat je iemand hebt die je uit een dip kan trekken?
Het allermooiste lied
De middag is bijna om als ik mijn tas weer inpak, maar er volgt nog een toegift. Hans pakt de leesbril erbij en loop naar de kast waar een grote verzameling cd’s staat. ‘Kom, ik laot ow nog wat heurn.’ In de kast staan allerlei muziekstijlen dwars door elkaar. De eigen cd’s er willekeurig tussen gestopt. Het is even zoeken, maar dan klinkt de muziek van “Slaopliedjen veur Jonah” door de keuken. Het lied dat hij schreef voor zijn kleinzoon. Hans gaat stil aan tafel zitten. Zijn blik op het tafelblad gericht, wat draaiend met de leesbril tussen zijn vingers. Wanneer het lied af is staat hij op en gaat zonder wat te zeggen opnieuw de rij met cd’s langs. Zo luisteren we nog een paar nummers met als allerlaatste “Drieven.” Aan het einde vraag ik, terwijl ik het antwoord haast zeker weet: ‘Is dit lied veur Rita? Geet dit aover oeleu?’. ‘Ja’, klinkt het duidelijk, ‘Jao, dit is ‘t allermooiste lied speciaal veur Rita.’
Naor huus
Onderweg naar huis dwalen mijn gedachten af naar mijn thuis van vroeger. Mijn ouderlijk huis. Ik denk zelfs varder in ‘t plat. Nostalgie aovervölt mien. Inens praot ik een hele middag plat met ‘n vremde terwijl ik gewoon bun dat alleen met mien familie te doen. Maor niet alleen de taal dut mie wat, het is ok de muziek. Het brengt dat geveul van vrogger terug. Niet dat van de lange onderboksen waor Hans ’t aover hef, mijn gedachten gaot noe juust naor die Boh Foi Toch-concerten waor ik hen bun ewes. Al die liedjes waor mien oldste zus op stond te dansen. Ik zie eur weer veur mie asof ik eur gisteren nog zag. Ik lach en huul tegeliek. Bi-jzunder hoe Hans zonder dat hee ‘t wet, mie weer hölp um bie mien geveul te kommen.
Maanden later schrijf ik dit verhaal. Hoewel er telkens zinnen door mijn hoofd gingen, was de kern moeilijk te vatten. Er is nog zoveel wat hierboven niet op papier staat. Een soort levenslessen over rust zoeken, in de stoel zitten en voor je uit staren, en tevredenheid. Onze middag aan de keukentafel was een aaneenschakeling van voorbeelden over de waarde van thuistaal. Het brengt je dicht bij jezelf, wat je weer kan verbinden met de ander. Ook zonder de precieze woorden voor gevoel.
Met dank aan Diana Abbink, erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers, voor de vertaling van mijn fonetisch Achterhoeks naar de correcte schrijfwijze.